

Oorlog en vrede nu
Vandaag de dag is Europa zonder twijfel veiliger, stabieler en welvarender dan in Erasmus’ tijd. Desondanks beheerst oorlog in Europa de actualiteit. De Russische aanval op Oekraïne doet veel Nederlanders beseffen dat oorlog nog altijd tot de realiteit behoort. Dat was tot voor kort anders. De meesten van ons waren toen vooral op andere manieren vertrouwd met het woord oorlog: mediaoorlog, prijzenoorlog, talkshowoorlog, supermarktoorlog, patatje oorlog. Allemaal bewerkstelligden deze termen een devaluatie van het begrip ‘oorlog’ en de verschrikkingen die werkelijke oorlog altijd met zich meebrengt. Een dergelijke devaluatie werd geholpen door het feit dat de meeste Nederlanders geen persoonlijke oorlogservaring hebben. Oorlog wordt daardoor een abstracter begrip, dat buiten de eigen belevingswereld valt. Inmiddels zien we dagelijks de gevolgen van Europese oorlog op sociale media, in de krant en op televisie. We treffen oorlogsvluchtelingen in de bus en de bibliotheek, of bieden hen zelfs actief hulp. Ineens is oorlog daarmee terug in onze realiteit, terwijl nog maar dertig jaar geleden een reeks oorlogsconflicten op de Balkan uitbrak.



Bovendien ziet Europa de gevolgen van oorlogen elders: grote vluchtelingenstromen trekken vanuit Afrika en het Midden-Oosten richting Europa. In onze huidige wereld bestaan daarnaast nieuwe vormen van oorlog, waarvan cyberoorlogsvoering het prominentst is. Staten bedreigen elkaar digitaal, waarbij infrastructuur en gevoelige informatie soms kwetsbaar blijken. Oorlog breidt zich ook uit tot een ander domein: de ruimte. In Erasmus’ tijd nog onbegaanbaar terrein, maar inmiddels is de ruimte een belangrijk gebied waar dus ook botsingen van invloedssferen voelbaar zijn.

Erasmus legt in zijn werk veel nadruk op de rol van Europese vorsten die in de 16de eeuw als alleenheerser een enorme persoonlijke macht hadden. Individuele meningsverschillen, huwelijksproblematiek en botsende claims rondom machtsopvolging waren daarom in veel gevallen oorzaken die oorlogssituaties deden ontstaan. Daarom legt Erasmus bij deze vorsten een grote verantwoordelijkheid om niet in hun eigenbelang, maar in het belang van de bevolking te handelen. Vorsten zouden welvaart en geluk voor de bevolking moeten beijveren en daaruit hun machtsbasis moeten halen. Met duidelijke, vastliggende grenzen en zonder onoprechte huwelijksbanden ziet Erasmus een stabiele internationale situatie ontstaan waarin vorsten als betrokken leiders het belang van de bevolking voorop stellen.


Wat dat betreft is er veel verbeterd wat Erasmus zou zinnen. In een groot deel van de wereld is de situatie inmiddels namelijk fundamenteel veranderd: absolute monarchieën en tirannieën zijn staatsvormen die steeds minder voorkomen. De rol van individuen in het ontstaan van oorlogen is daarmee aanzienlijk afgenomen. Uiteraard spelen individuen op cruciale posities nog altijd een rol, zoals de oorlog in Oekraïne duidelijk laat zien. Leiders handelen dan over het algemeen niet meer vanuit persoonlijke motieven zoals huwelijksbanden of erfopvolging. Machtslegitimatie, eerzucht en superioriteitsgevoel spelen waarschijnlijk nog wel een rol. Berichten over tanende persvrijheid en tegenwerking van politieke oppositie zijn bovendien alarmerend.

De klacht van de Vrede na de Tweede Wereldoorlog
Ook de Tweede Wereldoorlog gaf aanleiding om Erasmus’ Klacht van Vrede weer te doen herleven. Ditmaal vormde zijn tekst geen poging vooraf om oorlog te voorkomen, maar was het een naoorlogse uiting van afschuw. In 1947 werd een nieuwe Nederlandse vertaling van de tekst uitgebracht van de hand van Truus van Leeuwen. Ook deze uitgave ging gepaard met een voorwoord, geschreven door O. Noordenbos. Hoewel Noordenbos nergens expliciet het verband legt tussen het verschijnen van deze vertaling en de naoorlogse maatschappij, eindigt hij zijn voorwoord met een verwijzing naar het contemporaine belang van Erasmus’ denken. Hij schrijft: ‘De bezielde redelijkheid is het compas, waarop wij dagelijks moeten varen. Zij doet ons telkens weer met verbazing inzien, dat ingewikkelde dingen ook onder het gezichtspunt van een hoge, redelijke eenvoud kunnen beschouwd worden.’ Hoe ingewikkeld internationale betrekkingen soms ook zijn, Erasmus’ benadrukking van het nodige besef van medemenselijkheid vormt een vertrekpunt voor een betere wereld.
Hoewel de meeste Europeanen zich ondanks de oorlog in Oekraïne niet persoonlijk bedreigd zullen voelen door oorlogsgeweld, is dat overduidelijk nog altijd niet uit onze maatschappij verdwenen. Erasmus’ Klacht van de Vrede blijft daarom relevant: zijn tekst benadrukt ook in onze tijd de menselijke en economische ellende van oorlog. Het feit dat de tekst ruim 500 jaar oud is, terwijl Vrede nog altijd niet volledig wordt gehoord, maakt haar klacht des te dwingender.
Door dr John Tholen, conservator Erasmuscollectie
Bibliotheek Rotterdam