

De klacht van de Vrede
Een gezamenlijk christendom staat aan de basis van Erasmus’ pacifisme. De voortdurende maar wisselende staat van oorlog die in zijn tijd de Europese bevolking kwelt, ziet Erasmus als tegennatuurlijk. Grenzen zijn artificieel en verbondenheid zou voorop moeten staan. Hoe kon het bestaan dat christenen tegen christenen ten strijde trokken? Of zelfs mensen tegen mensen? Nergens in de dierenwereld zag hij een parallel. Alleen een verdedigingsoorlog vond hij in het uiterste geval aanvaardbaar, bijvoorbeeld tegen de Ottomanen die via Hongarije oprukten richting Wenen. Maar ook in dat geval zou het beter zijn om hen met woorden te doen inzien dat Christus’ barmhartigheid ook voor hen gold. Erasmus’ Klacht van Vrede had echter niet de door de auteur gehoopte uitwerking.




De allereerste druk van Erasmus’ Querela Pacis, door drukker Johannes Froben te Bazel in 1517
Internationale vredesconferentie
In Erasmus’ tijd was het altijd oorlog. Koningen, keizers en pausen trokken met hun legers door Europa om persoonlijke vetes uit te vechten, gebiedsclaims kracht bij te zetten of een bevriende mogendheid te steunen. Dit zorgde voor een onrustig Europa: economische malaise, hongersnood en oorlogsgeweld waren voor veel Europeanen in de 16e en 17e eeuw vertrouwde begrippen.

Erasmus zal daarom verheugd hebben gereageerd op het nieuws van de komst van een Europese vredesconferentie. In het Noord-Franse Cambrai zouden Karel V, Hendrik VIII en Frans I elkaar ontmoeten om een bestendige vrede in Europa te realiseren. Als een soort aanmoediging schreef Erasmus zijn Klacht van Vrede (in het Latijn: Querela Pacis). Hij koos daarvoor niet de traditionele vorm van een zakelijk traktaat. In plaats daarvan voerde hij op een speelse manier Vrede zelf op als personificatie, die zich beklaagt over het feit dat ze geen gehoor vindt. Dit format had Erasmus al eens eerder succesvol toegepast: in het tegenwoordig bekendste werk uit zijn oeuvre, Lof der Zotheid. Hier brengt hij Zotheid ten tonele als kritische beschouwer van de contemporaine maatschappij. De personages Zotheid en Vrede geven Erasmus’ serieuze boodschap een luchtige en toegankelijke vorm – een bewuste keuze voor een zwaar onderwerp.


Eerste Duitse vertaling van Erasmus’ Latijnse tekst, door Leo Jud. Gedrukt in 1521
Vrede haalt in haar klacht allerlei verschillende argumenten aan die de zinloosheid van oorlog benadrukken: oorlogsvoering brengt aanzienlijke economische schade omdat het geldverslindend is en verwoesting met zich meebrengt. Het dient enkel om het persoonlijk gewin van de vorst te bewerkstelligen. Het is tegennatuurlijk: harmonie is de vanzelfsprekende status van de wereld. Christenen van beide kampen bidden God om bijstand in de strijd tegen elkaar: dit is niet verenigbaar. Zo klaagt de Vrede maar door, met alleszins redelijke argumenten.
Uiteindelijk ging de topconferentie niet door, vanwege ontstane onenigheid tussen de vorsten. Dit zal Erasmus des te meer hebben gemotiveerd om zijn werk in 1517 te publiceren.
Een populaire tekst
De grootste Erasmuscollectie ter wereld bevindt zich in Bibliotheek Rotterdam. Deze internationaal vooraanstaande collectie bestaat uit circa drieduizend oude drukken van Erasmus’ werken uit heel Europa en uit nog eens zoveel boeken van en over Erasmus uit de 20ste en 21ste eeuw. De bibliotheek bewaart in de Erasmuscollectie ook een groot aantal vroegmoderne edities van Querela Pacis, waaronder een exemplaar van de eerste druk door de vermaarde drukker Johannes Froben te Bazel. Samen laten deze oude drukken de populariteit van de tekst zien, direct vanaf het moment van eerste publicatie in december 1517. In het volgende jaar 1518 werden edities gedrukt in Leuven, Bazel, Venetië, Leipzig en Krakow.


Een herdruk van Querela Pacis door Froben in 1518. Dit is de eerste druk als zelfstandige publicatie.
Het jaar daarop volgden Florence, Keulen en Straatsburg. Vervolgens verschijnt de tekst in Sevilla, Augsburg, Zürich, Mainz, Parijs en Lyon. Binnen enkele jaren na de eerste verschijning van de tekst werd de klacht van Vrede door heel Europa gehoord. Al snel volgden ook vertalingen van Erasmus’ Latijn naar de volkstalen. Onlangs verwierf Bibliotheek Rotterdam een exemplaar van de zeldzame eerste editie van de eerste Duitse vertaling: Ein klag des Fryde[n]s uit 1521. Dit Rotterdamse exemplaar is nu het enige in Nederland.
De eerste Nederlandse vertaling
In 1567 verschijnt de eerste Nederlandse vertaling: Een Christelijcke noodtwendige Clage des Vreedts. Opvallend is de uitgebreide titel: de klacht is ‘noodtwendig’. Het moment van verschijnen is dan ook niet toevallig. In de Nederlanden staat de Tachtigjarige Oorlog op het punt van uitbreken. In 1566 had de Beeldenstorm gewoed en stuurt Philips II de hertog van Alva naar de Nederlanden om de orde te herstellen. In 1567 volgt hij na zijn gewelddadig optreden Margaretha van Parma op als landvoogd.

De eerste Nederlandse vertaling van Erasmus’ Latijnse tekst, gedrukt in 1567.
De spanningen lopen hoog op en de Noordelijke Nederlanden staan op het punt in opstand te komen. Erasmus’ tekst wordt door een anonieme vertaler en een anonieme drukker aangegrepen in een poging om dreigende oorlogsellende te bezweren. Het mocht niet baten, zoals we nu weten: in 1568 markeren verschillende veldslagen het begin van een jarenlange strijd.
Door dr John Tholen, conservator Erasmuscollectie
Bibliotheek Rotterdam