LITERAIR PLAN – JIBBE WILLEMS

“Een monoloog is een mooie uitdaging voor een schrijver. Tussen proza en drama moet de schrijver gebruik maken van literaire technieken uit beide genres, zorgen dat er genoeg dynamiek is voor een enkele verteller en tegelijkertijd een helder perspectief vinden van waaruit de protagonist spreekt. Daarvoor moet de schrijver zorgen voor een goede afwisseling tussen verhalende handeling en poëtische reflectie. Ik hou van het schrijven van monologen, het geeft me de mogelijkheid op een literaire wijze te reflecteren op een onderwerp en het biedt ruimte tot het verwoorden van gedachten – ruimte die soms minder beschikbaar is in de dialoog.

Voor deze monoloog ga ik uit van de Vredesgodin in Erasmus’ Klacht van de Vrede. Een denkoefening waarbij het personage ‘vrede’ voor de mensheid verschijnt en haar wanhoop en woede uit over de hardnekkige weigering van die koppige wezens om de vrede in plaats van de strijd te omarmen. Om zelfs in het zicht van algehele rampspoed het eigenbelang boven het grotere belang te verkiezen en om blind en doof te blijven voor het noodlot dat zich steeds scherper af lijkt te tekenen.

Deze nieuwe Klacht van de Vrede biedt, op de schouders van Erasmus, de mogelijkheid om in te gaan op de aard van de mens en de hoop boven onszelf uit te stijgen om naar een nieuw en beter tijdperk te streven.

Ik maak mij zorgen om de toekomst, om het instorten van de economie, om onomkeerbare klimaatcatastrofes en de niet te stoppen vluchtelingenstromen die strijd en schaarste zullen veroorzaken en, op mijn eigen kleine menselijke niveau, om de verharding van ons land, de teloorgang van de sector waarin ik werk en mijn mogelijkheden mijn gezin te onderhouden.

Tegelijkertijd hoop ik dat de mensheid, geconfronteerd met wereldwijde problematiek die ons allemaal aangaat, samen zal komen en in een nieuwe tijd een nieuwe wereld zal bouwen. Wellicht tegen beter weten in. Dat zou mijn ingang zijn voor het tekstuele onderzoek, als ik ‘Vrede’ was, hoe kan ik de mensheid er dan van overtuigen om een nieuwe weg in te slaan? Dat is, denk ik, ook het uitgangspunt van Erasmus geweest toen hij begin zestiende eeuw Klacht van de Vrede schreef.

Nu staan we in een ander tijdsgewricht, in een totaal andere wereld, maar met nog altijd die mensheid die kiest voor strijd in plaats van de vrede, voor zichzelf in plaats van elkaar, voor de bevrediging op korte termijn in plaats van vooruitgang op de lange termijn. Valt er dit keer een nieuwe uitkomst te bewerkstelligen?

De monoloog gaat een verbinding aan met koor en muziek, tegen mijn moderne tekst zullen gezongen teksten van Erasmus, in het Latijn, geplaatst worden. Naast en tegenover de godin die ik tekst geef, zal een furie (viool) staan. De muzikale dialoog zal ruimte krijgen in mijn tekst, ik zie ernaar uit om met componist Lucas Wiegerink en Capella Brabant samen te werken om een muzikaal-theatrale tekst te schrijven met een eigen ritmische taal, die zich zal verhouden tot de taal van Erasmus.